Persoonlijke aandacht
Snelle opvolging en uitvoering
Menu
Sluiten
Over Bronbemaling.com

    Delen op:

Verschillende grondsoorten in Nederland

In Nederland komen diverse grondsoorten voor, elk met unieke eigenschappen die invloed hebben op de aanwezigheid en verplaatsing van grondwater. Bij watertechnieken, zoals bronbemaling of grondboringen dient er altijd rekening te houden met de grondsoort en de bijkomende factoren. In dit artikel behandelen we de zes meest voorkomende grondsoorten in Nederland en bespreken we de mogelijkheden en uitdagingen van bronbemaling in deze verschillende grondsoorten.

De belangrijkste grondsoorten in Nederland zijn zand (48%), zavel (licht en zwaar, 22%), klei (licht en zwaar, 17%) en veen (9%). Daarnaast wordt nog een onderscheid gemaakt in moerige gronden op zand (2%, voornamelijk in het Noorden en Oosten van het land) en leem (2%, hoofdzakelijk in Zuid-Limburg).

Zand

De Nederlandse grond bestaat voor zo’n 48% uit zand en is de meest doorlatende grondsoort. Zand bestaat uit korrels tussen de 63 micrometer en 2 millimeter groot. Alle korrels kleiner dan zand worden aangeduid als silt en groter spreekt men van grid. Zandgrond laat water gemakkelijk door, wat bronbemaling relatief eenvoudig maakt in deze grondsoort. Echter vereist de snelle waterverplaatsing een constant beheer van de bemaling om drooglegging van de bouwput te waarborgen en verzakkingen in de omgeving te voorkomen.

Zavel

Zavel komt van het Latijnse ‘Sabulum’, dat ‘grof zand’ of ‘kiezelzand’ betekent. Bij zavel wordt er onderscheid gemaakt tussen lichte en zware zavel en is goed voor 22% van de Nederlandse grond. Of de grond wordt gekenmerkt als lichte of zware zavel hangt af van het lutumpercentage. Lutum is het percentage klei van de grond, gemeten in deeltjes kleiner dan 2 micrometer (µm). Bij een lutumpercentage tussen de 8% en 17,5%, spreekt men van lichte zavel en bij een percentage tussen de 17,5% en 25% van zware zavel. Alles boven de 25% is kleigrond.

Zavel is te vinden in verschillende delen van Nederland, vooral in de overgangsgebieden tussen klei- en zandgronden. De eigenschappen van zavel variëren afhankelijk van de verhouding van de bestanddelen, maar over het algemeen heeft zavel een matige waterdoorlatendheid en houdt het water goed vast. Dit houdt in dat zavel water beter vasthoudt dan zand, maar het water beter doorlaat dan bijvoorbeeld pure klei of veen.

Bij bronbemaling in zavelgrond moet rekening worden gehouden met de gematigde doorlatendheid, waardoor een balans nodig is tussen voldoende afvoer van grondwater en het voorkomen van verzakkingen. Bij Bronbemaling.com gaan we altijd nauwkeurig te werk en zorgen ervoor dat het water in zavelgrond effectief wordt afgevoerd terwijl de structuur van de bodem behouden blijft.

Grondboringen

Klei

17% van de Nederlandse grond draagt de naam kleigrond. Dit is een zeer fijne grondsoort die vooral voorkomt in de laaggelegen gebieden van Nederland, zoals polders en rivierdelta’s. Klei heeft een zeer hoge waterretentiecapaciteit maar een lage doorlatendheid, wat betekent dat water zich langzaam door deze grondsoort beweegt. Dit kan een uitdaging vormen voor bronbemaling, omdat het verwijderen van grondwater uit kleiige bodems vaak een langzamer en zorgvuldiger proces vereist. Bij onzorgvuldige bemaling kan de structuur van de klei verstoord raken, wat kan leiden tot instabiliteit en verzakkingen. Daarom is het bij bemaling in kleigronden essentieel om een gedetailleerd plan te hebben en de bemalingsactiviteiten continu te monitoren om een efficiënt en veilig proces te garanderen.

Zeeklei is een fijne, compacte grondsoort die vooral in de kustgebieden van Nederland te vinden is. Het heeft een lage doorlatendheid (permeabiliteit) voor water, wat betekent dat grondwater zich langzaam door deze laag verplaatst. Bij bronbemaling in gebieden met zeeklei is het van belang om rekening te houden met de langzame afvoer van water.

Rivierklei, te vinden in de gebieden rondom rivieren, is vergelijkbaar met zeeklei qua waterdoorlatendheid maar heeft een iets andere samenstelling door de afzetting van rivierslib. Ook hier is de uitdaging bij bronbemaling de trage waterdoorlatendheid. Het is essentieel om een bemalingssysteem te ontwerpen dat rekening houdt met de specifieke eigenschappen van rivierklei om effectief grondwater te beheren.

Veen

Zo’n 9% van ons land bestaat uit veengrond. Veen is een organische grondsoort, gevormd door de opeenhoping van plantenresten. Het komt veel voor in laaggelegen delen van Nederland. Veen is zeer waterhoudend, maar zakt in elkaar als het water eruit wordt gepompt, wat een uitdaging vormt voor bronbemaling. Het is belangrijk om de bemaling zorgvuldig te reguleren om bodemdaling te voorkomen, wat in veengebieden een bekend fenomeen is. Lees ook alles over inklinken en inversie.

Kettinggraven-terrein1

Moerige gronden

Moerige gronden op zand beslaan ongeveer 2% van de Nederlandse bodem. In de bodemclassificatie vormen de moerige gronden de overgang van de veengronden naar de minerale gronden, zoals zand en klei. Deze grondsoort bestaat namelijk uit een dunne bovenlaag van organisch materiaal, zoals veen, met een minerale ondergrond. Door deze unieke samenstelling hebben moerige gronden eigenschappen die zowel lijken op veengronden als op zand- en kleigronden, wat bronbemaling extra uitdagend maakt. Ondanks de tragere inklinking in vergelijking met pure veengronden, blijft de stabiliteit van deze grondsoort een aandachtspunt bij bronbemaling.

Leem

Slechts 2% van de Nederlands bodem bestaat uit Leemgrond. Leem is een grondsoort die fijner is dan zand maar grover dan klei. Deze samenstelling zorgt ervoor dat leem een matige doorlatendheid heeft voor water. In leemgebieden moet bij bronbemaling rekening worden gehouden met de specifieke balans tussen waterretentie en doorlatendheid. Een te agressieve bemaling kan leiden tot verzakkingen of ongelijkmatige bodemdaling. Net als bij klei is het essentieel om zorgvuldig te werk te gaan en continu te monitoren om ervoor te zorgen dat de grond stabiel blijft en er geen onverwachte problemen ontstaan tijdens het bemalingsproces.

Verschillende grondsoorten en bronbemaling

Het is van essentieel belang om de eigenschappen van zowel de grond als het grondwater goed te begrijpen voordat bronbemaling plaatsvindt. Elke grondsoort reageert anders op bemaling, en een verkeerde aanpak kan leiden tot ernstige problemen, zoals bodemdaling, verzakkingen, of zelfs schade aan omliggende gebouwen en infrastructuur. Zo vraagt zandgrond om constante monitoring vanwege de snelle waterverplaatsing, terwijl klei en veen juist voorzichtig en langzaam moeten worden bemalen om bodemdaling en verzakkingen te voorkomen. Leem en zavel, die beide een matige waterdoorlatendheid hebben, vereisen een zorgvuldige balans.

Om ervoor te zorgen dat de waterstand goed beheerd wordt zonder dat de bodem instabiel wordt, maken we gebruik van diverse bemalingstechnieken. Zo maken we voor bodems met grove lagen, zoals zand of grind, gebruik van zwaartekrachtbemaling. Spanningsbemaling, daarentegen, wordt toegepast in bemalingsprojecten om de waterdruk onder een afsluitende laag, zoals klei of veen, te verlagen. Bij slecht doorlatende bodems, zoals klei- of veengronden, is verticale bemaling echter niet altijd voldoende effectief. In deze gevallen passen we horizontale bronbemaling toe.

Daarnaast maken we gebruik van verschillende methoden, om de grondwaterstand op peil te houden en de omgeving te beschermen. Zo maken we gebruik van retourbemaling, waarbij afgevoerd grondwater weer terug de bodem in wordt gepompt om te voorkomen dat de grondwaterstand te ver daalt. Dit is essentieel om de stabiliteit van de bodem te waarborgen en om bijvoorbeeld verzakkingen in de omgeving te voorkomen. Ook zetten we vernattingsfilters in, vooral in gebieden met veen of klei, om deze bodems nat te houden en inklinking te voorkomen.

Verschillende grondsoorten bij jouw watervraagstuk?

Bronbemaling in de verschillende grondsoorten van Nederland is een precisiewerk dat een grondige kennis van de lokale geologie vereist. Elk bemalingsproject moet zorgvuldig worden gepland en uitgevoerd, rekening houdend met de specifieke eigenschappen van de grondsoort om effectief en veilig het grondwater te beheren. Bij Bronbemaling.com begrijpen we hoe belangrijk het is om de juiste bemalingstechnieken te kiezen voor elk type grond. Daarom voeren onze deskundigen altijd een grondig bodemonderzoek uit en passen vervolgens de bemalingstechnieken aan op basis van de specifieke behoeften van elk project. Of het nu gaat om een groot bouwproject in zandgrond of een kleinere bemaling in kleigrond, we zorgen altijd voor een veilige en effectieve afvoer van grondwater.


Een storing of calamiteit? 055 - 368 23 00 Wij zijn 24/7 bereikbaar